Categorieën
Issue 2 Schrijf-Inn

Rap en Roer 2 – Apr 1996 – Schrijf-by witness

ROBBERT

Zoals we allemaal weten, is onze realiteit dat Jezus is gekomen, zodat Hij ons kan genezen, herstellen en wijsheid en liefde kan geven. Toen ik nog geen Christen was, kon ik dat moeilijk geloven. Ik zal in het kort opschrijven, waarom ik dat nu wel geloof.

Ik was 8 jaar toen mijn moeder besloot mij in een internaat te plaatsen. Toen ik daar 6 à 7 dagen was, werd er van alle kanten over mij heen gelopen. Ik lag op een avond in bed en het enige wat ik kon doen was huilen. Ik dacht: ‘Oh Robbert, laat je dit nog langer zo doorgaan of wordt je een vent’. Ik besloot het laatste. Vanaf die tijd is er een hoop veranderd; ik ging stelen voor de oudere jongens van het internaat, verzette me tegen alles en iedereen, dus het internaat besloot me weg te sturen.

Mijn moeder nam me weer terug in huis, maar na 8 maanden hield ze het ook voor gezien. Ik ging toen naar een jongenshuis in Hoenderloo. Daar begon ik mij in HipHop te interesseren. In die tijd waren LL Cool J en Public Enemy erg populair, ook Eric B. en Rakim maakten geen slechte CD. In het begin was het alleen de muziek die ik cool vond, later kwam de beatbox en de graffiti. Ik rolde daar gelijk diep in. Ik wil hiermee niet zeggen dat HipHop slecht is, in tegendeel. Het kan een goede meningsuiting zijn, maar ik werd een rebel. Ik ging ook aan de softdrugs en leefde in m’n eigen wereldje; muziek, tekenen en beatbox. In Hoenderloo stond een school. Een jongen en ik besloten daar een piece op te maken. Dat was ook gelijk de eerste keer dat ik gepakt werd. Daarna ging ik in een groep. Onze naam was Dream Team. We spoten veel in Apeldoorn en Amersfoort. Maar helaas moest ik ook uit het jongenshuis in Hoenderloo weg, vanwege de drugs. De kinderrechter besloot mij 5 maanden naar Frankrijk te sturen, voor een overlevingstocht. In die tijd stopten we met spuiten, want als je daar je niet goed je best deed, moest je langer blijven. Daarna gingen we naar Boskoop en we hadden de bedoeling goed ons best te doen. Maar dat was helaas een droom. Onze aandrang naar graffiti en drugs werd weer groot. We vormden een groep met 4 man genaamd D.B.P. Dynamite Beat Posse. We spoten in Boskoop alles vol. Ook daar werden we gepakt en moesten we schoonmaken. Dat deden we dan ook. We stopten toen een tijdje met de graffiti. De rap en de drugs gingen gewoon nog door. We werkten ook niet. Dat hebben we geprobeerd, maar we werden al snel ontslagen, omdat we in ons eigen wereldje leefden.

Op een zaterdagochtend besloten we wat in het dorp te gaan lopen. We kochten een zak chips en wat te drinken en gingen op een bankje voor de Rabobank zitten. We zagen een groep mensen staan zingen. Liedjes zoals ‘God is Goed’ en ‘We gaan op Weg’. We vonden het wel grappig dat mensen zich zo konden verlagen. Maar dat was ook nog niet alles. Er kwamen ook nog 2 meisjes naar ons toelopen en begonnen wat vragen te stellen. Ik wilde het een beetje ontwijken, maar m’n vrienden vonden het wel mooi. ’s Avonds kwamen de 2 meisjes ons ophalen voor een inloopavond. Er werd door mijn vrienden van mij verwacht dat ik ook mee ging. Na die ene keer volgden er nog meer. Ik kreeg toen ook verkering met een van die meisjes, maar dat ging na 2 weken ook weer voorbij, want m’n muziek en de drugs waren toch belangrijker dan het meisje en die God van haar. Ik liet de gemeente voor wat het was en ging wonen in m’n geboortestad Den Haag. Ik begon daar met dealen in heroïne en cocaïne. Het leverde veel geld op, maar ik begon later zelf ook gebruik te maken van de cocaïne en snoof 1,5 gram per dag. Ik voelde me leeg, het deed me pijn dat ik zo laag kon zinken. Ik werd ook erg onder druk gezet door de grote dealers. Ik kreeg een strijd in m’n hoofd. Steeds hoorde ik in m’n hoofd ‘Dit is niet het leven dat ik voor je heb’. Ik wou er niet aan toegeven, maar uiteindelijk besloot ik weer contact op te nemen met die kerk-people. Ik had met ze afgesproken op het station in Gouda. Ze dachten dat ik alleen zou komen praten, maar ik stond daar met al m’n kleren. Vanaf die tijd heb ik in heel wat opvangtehuizen gezeten. Ik was nog niet makkelijk. De harddrugs had ik aan de kant gezet, maar het blowen ging door. Maar er was een familie die altijd in me bleef geloven, dat waren Paul en Jenny Trapman. Ik gooide er nog 4 jaar met m’n pet naar, maar door hun bidden en hun liefde kreeg ik ook liefde en zag ik in hun iets unieks. Uiteindelijk gaf ik m’n hart aan Jezus en besloot met Hem verder te gaan. Het was een strijd, ik heb weer voor het eerst in 6 jaar gehuild. Satan deed nog wel z’n best om mij bij God weg te houden, maarja, Jezus zette het licht aan in m’n hart en Satan moest mij verlaten.

fosNu hou ik van Jezus als mijn nummer 1. Hij trok mij uit een diepe put, gaf me een prachtige vriendin, een warme gemeente en ja, Hij gaf me zelfs goeie muziek, zoals T-Bone, Private Boys, Freedom of Soul.
Jongens, we mogen blij zijn met zo een God. We weten allemaal hoe groot Hij is en hoe goed Hij is. Laat alles wat wij doen Hem ten goede zijn, want Hij gaf ons zelfs Holy HipHop.

Peace

Robbert